Identiteit ligt op ieders lippen. Wie zijn gevoel van identiteit verliest, is een zaak voor de psychiater. Maar wie zijn identiteit vormt op grond van etnische kenmerken die hij gemeen heeft met andere mensen, wordt gemakkelijk een geval voor het Bureau voor de bescherming van de grondwet.
De voormalige voorzitter van het Bureau voor de bescherming van de grondwet, Hans-Georg Maaßen, zei onlangs in een interview: “Als de regering een maatregel wil doorvoeren, zal zij een professor vinden die er zijn naam aan zal verbinden en het aan het publiek zal verkopen als een wetenschappelijke noodzaak. De politicoloog Armin Pfahl-Traughber was in linkse kringen reeds bekend als een geëngageerd bestrijder van rechts, toen hij zijn pen uitleende aan de VS-autoriteiten. Intussen kan hij zich tooien met een hoogleraarstitel en publiceert hij zelfs over links-extremisme. In de ZEIT van 18.3.2021 waarschuwt hij kennelijk in gelijke mate tegen links en rechts extremisme:
Er is een identiteit links, en er is een identiteit rechts.
Armin Pfahl-Traughber, Gevaarlijke nabijheid. Zij relativeren mensenrechten en universele waarden, Hoe linkse identiteitspolitiek en rechts denken elkaar de hand schudden, DIE ZEIT 18.3.2021.
In de ogen van Traughber zijn dit de verdachte schurken. “Maar er is ook een sociaal links”, vervolgt hij haastig in de volgende zin, om zijn eigen boot in onverdacht vaarwater te sturen.
Zijn eigen boot: dat is het moraliserende universalisme dat links-liberale waarden absoluut maakt, ze wil helpen een wereldwijde doorbraak te bereiken en ze in eigen land rigide verdedigt. Traughber ziet hem in gevaar. Gevaarlijker dan de politieke antipode blijkt altijd de dissident uit eigen gelederen te zijn. “Linkse identiteitspolitiek”? Daar is geen sprake van!
Linkse identiteitspolitiek opent niet alleen deuren, het opent hele huizen voor rechts,
Traughber leent een citaat van Susan Neiman. Dit is waar het spannend wordt voor rechtse rakkers.
Rechtse en linkse identiteitspolitiek
Zoals bekend is “identiteit tegen vervreemding” een oude slogan van nationaal rechts en zegt dat wij Duitsers geleidelijk van onze identiteit worden beroofd omdat wij van generatie op generatie halveren terwijl de buitenlanders in het land steeds talrijker worden: “Huis aan huis sterft je thuis”, werd ooit gezegd. Voor Duitse rechtsen betekent identiteit geworteldheid in een beperkter vaderland en, uiteindelijk, nationale identiteit.
Dit is even onverdraaglijk voor globalistische intellectuelen als Traughber als voor Zoeloes of Comanches, die geen wereldburgers willen zijn, maar in de eerste plaats precies wat zij zijn. De discipelen van de goeroe van links in 1968, Herbert Marcuse, hadden zijn advies opgevolgd en vonden dat Zoeloes en Comanches, homo’s en lesbiennes vreselijk onderdrukte minderheden waren, die het meest geschikt waren om een revolutie te ontketenen en het systeem omver te werpen in plaats van de revolutionair verzwakkende arbeidersklasse. Hun minderheidsidentiteiten werden afgewogen tegen de respectieve meerderheidsidentiteiten van een land. De linkse identiteitspolitiek heeft zich geëmancipeerd van haar beschermheren-minderheden en stuurt hen door het politieke vuur tegen “het kapitalistische systeem”, net zoals “verloren palen” ooit de weg vrijmaakten voor de volgende landsknechten.
Zij worden geacht de falanx van verdedigers van de burgerlijke orde open te breken met strijdbare leuzen als “Nooit meer racisme!”. Dat zij zichzelf daarbij logischerwijs voorbijstreven, gaat hen niets aan.
Zo nam de blanke schilderes Dana Schulz in 2017 de foto van de open kist van een zwarte jongen die in 1955 in Mississipi werd gelyncht als model voor haar schilderij ‘Open Cascet’. Haar goede bedoeling om te wijzen op de nog steeds etterende wond van het racisme in Amerika heeft haar zaak op de Whitney Biennial niet geholpen. De zwarte activiste Hannah Black eiste dat het schilderij niet alleen verwijderd, maar ook vernietigd zou worden.
Hartmut Wilmes, Machttergreifung der Gedankenpolizei, recensie van Caroline Fourests boek “Generation beleidigt” over de bittere cultuuroorlog van de linkse Identitaristen, Kölnische Rundschau 18.3.2021.
Als “blanke” mocht Schulz zich het “zwarte” slachtoffer van 1955 niet artistiek “toe-eigenen”, is de identiteit-linkse eis. – Zwart? Wit? We dachten dat het racisme was als dat er toe deed, nietwaar? Het is, natuurlijk, omdat met linkse identiteitspolitiek komt…
…gaat gepaard met een toename van het belang van etniciteit. Anti-racisme op basis van identiteit beweert niet dat huidskleur er niet meer toe zou mogen doen, integendeel. Identiteits-linksen hebben veeleer de neiging de samenleving op te delen in gediscrimineerde en gediscrimineerde groepen op basis van huidskleur,
Armin Pfahl-Traughber, DIE ZEIT 18.3.2021
Dat doorziet Traughber. Door een zekere linkse blindheid ziet de brave man echter niet de strategische zin en het Marcuseaanse nut in van het nieuwe proletariaatssubstituut:
Onder de conservatieve basis van het volk ligt echter een sublaag van outlaws en outsiders: de uitgebuitenen en vervolgden van andere rassen en andere kleuren, de werklozen en de werklozen. Zij bestaan buiten het democratisch proces; hun leven vereist het meest direct de afschaffing van onduldbare omstandigheden en instellingen.
Herbert Marcuse, De eendimensionale mens, 1967, 6e ed. 2008, p.267.
Deze ontevreden minderheid moet het systeem van de tevredenen opblazen, want, zo vervolgt Marcuse, hun oppositie treft het systeem van buitenaf en wordt daarom niet door het systeem afgebogen; het is een elementaire kracht die de regels van het spel overtreedt en zo onthult dat het een gemanipuleerd spel is.
Zelf racist zijn wordt dan gemakkelijk toegegeven aan zwarte anti-racisten, en aan zichzelf samen met hen, wanneer men als blanke jonge Duitser campagne voert tegen het kapitalisme met LBTG slogans van anti-discriminatie. De linkse identiteit heeft de neiging dit te doen,
Armin Pfahl-Traughber, DIE ZEIT 18.3.2021
Degenen die vechten voor hun recht om zich als rechts te identificeren staan aan de zijlijn en vragen zich verbaasd af waarom zij niet mogen doen wat een vanzelfsprekend recht is voor elke Zoeloe of Comanche.
Anti-grondwettelijke linkse identiteit.
Voor ghostwriters van constitutionalisme gaan de keurig geëtiketteerde lades van zijn extremismekast dicht. Links-liberalen en rechts-liberalen hebben “formele gelijkenissen”, zij zijn bijvoorbeeld “collectivistisch”.
Dat wil zeggen, links-identitair beschouwt de ander in de eerste plaats als lid van een groep, wat hij zeker is, zij het in veelzijdige zin. Bijgevolg verschijnen de meerderheidsmaatschappij en de minderheidsculturen als homogene, op zichzelf staande fenomenen, terwijl de autonomie van het individu een lagere waarde heeft.
Armin Pfahl-Traughber, DIE ZEIT 18.3.2021
Het collectivisme hokje is belangrijk sinds het Federale Constitutionele Hof reeds in de jaren vijftig het collectivisme van het rode en bruine socialisme – terecht – als onverenigbaar met de vrije democratische basisorde bestempelde. Ondertussen stellen noch linkse, noch rechtse identitaristen collectivistische eisen als “Jij bent niets, je volk is alles!” of “Alle macht aan de arbeiders- en soldatenraden!”
Misschien hangt de “waardigheid”, maar ook de eigenwaarde van “het individu” af van de mogelijkheid om te leven in harmonie met de identiteitsvormende kenmerken van zijn volk en cultuur?
De Universalistische Overmoed
Het onuitgesproken Arcanum van Traughber is de universalistische arrogantie van typische linkse intellectuelen om waardebeginselen te bedenken en te eisen dat de hele wereld daaraan ondergeschikt wordt gemaakt. Terwijl rechtse en zelfs linkse identiteitspolitici een referentiepunt in de realiteit van het leven nodig hebben waaraan zij hun identiteit kunnen ontlenen, staan universalistische theoretici in een heel andere traditie van denken. Hun meesterbreinen zijn tijdens hun leven misschien niet uit het zicht geweest van hun studeerkamer of, zoals Kant, hun kerktoren. Maar zij vonden abstracte hiërarchieën van waarden en denkprincipes uit met de kracht van het zuivere denken – op zichzelf verbazingwekkende prestaties.
Achter de deuren van de rechtszalen van het Landgericht Aken wordt over het echte leven onderhandeld. Het plafond van de glazen doos is afstandelijk en abstract, een product van de opbouw van de rede.
Helaas wordt het geloof in de eigen construerende rede in zijn epigonen gecombineerd met een begoocheling van de begrijpelijkheid, die zich inbeeldt dat het alleen mogelijk is greep te krijgen op de volledige werkelijkheid door middel van de rede. Wat zij vervolgens voor zichzelf construeren in de vorm van abstracte beginselen, claimt vaak globale geldigheid. Het zal absoluut bindend zijn voor iedere aardbewoner. En mochten wij op een dag in de diepten van het heelal buitenaardse wezens met geheel andere ideeën tegenkomen, dan zouden onze universalistische gedachtenproducten ook hen moeten binden: Dit is reeds conceptueel geregeld.
Voor Traughber spreekt het dus vanzelf dat de standpunten van identiteits-links en identiteits-rechts onjuist moeten zijn als hij ze kan ontmaskeren als niet-universalistisch:
Achter deze ideologische tegenstellingen gaan een anti-universalisme en een relativisme van de mensenrechten schuil.
Armin Pfahl-Traughber, DIE ZEIT 18.3.2021
Want wie voldoet aan onze westerse opvatting van mensenrechten – ja, precies die van de blanke man! – met de bescheiden houding dat zij slechts betrekkelijk van toepassing is, vooral op onszelf, maar niet noodzakelijkerwijs op Zoeloes, Comanches, Mohammedanen en Chinezen, ontkent haar wereldwijde, de “universele” bindende kracht.
Zulke bescheidenheid elimineert natuurlijk ook het wereldwijde conflictpotentieel dat overal klaar ligt en over wier “universele beginselen” de oorlogen van morgen zouden kunnen ontbranden. Wie zijn identiteit als rechtgeaarde Duitser wil behouden, heeft daarvoor geen universele beginselen nodig en hoeft niet in te grijpen om de Chinezen de definitieve oplossing van het Oeigoerse vraagstuk te beletten. Maar waarheen zullen wij eens worden gemarcheerd als wij ons door universalisten laten overtuigen dat het mensenrechtenabsolutisme een grondwettelijke verplichting is?
In hun latente culturele relativisme komen de eisen van de linkse en rechtse identiteitspolitiek samen:
Wat hier bedoeld wordt, is een opvatting volgens welke de kenmerken van een cultuur niet tot waarderingen mogen leiden.
Armin Pfahl-Traughber, DIE ZEIT 18.3.2021
De oude Fritz had de kernachtige zin geformuleerd dat men iedereen moest laten zegenen naar zijn eigen facon, of in goed Kölsch: Lewwe un lewwe lohße! Ook de Zoeloes en de Comanches kunnen hun culturele eigenaardigheden in hun land uitleven zonder universalistisch betweterig te worden.
synergon.info